dinsdag 31 maart 2009

The battle continues, what the *bleep* did I get myself into?


De huisarts heeft een brief opgesteld. Er staat welgeteld één zin in:
ik vind het medisch noodzakelijk dat mevrouw in een zorgwoning verblijft.

Ik vraag me af of dat voldoende is. De dame van het CIZ zei dat de huisarts eindverantwoordelijk is, dus als die zegt dat het nodig is...
Tja, en dat staat er wel.

Voor de medische onderbouwing zijn we nog in onderzoek. Het bloedlab leverde in ieder geval niks op. De thorax zorgde voor een verwijzing naar de longarts. Het eerste bezoek hebben we achter de rug. Maandag volgt een drietal onderzoeken en aansluitend een consult.
Daarnaast ben ik nog steeds bezig alle zeilen in te zetten op je verblijf. Zo vraag ik onder andere een psychische evaluatie door de hoofdverzorgende in het centrum (baadt het niet enzo).

Ik heb weer een kilo papier verstuurd. De verzekering, ING, Centraal Testamenten Register etc. etc. Jullie hadden een en-of rekening. Dat was wel zo handig als één van jullie beiden zou komen te overlijden. Nou, simpel is het niet. Ik moet met een deel A het overlijden van mijn pa melden. Dan moet ik het centraal testamenten register vragen of er een testament is gemaakt.
Ik weet zeker dat dat er niet is. Jullie hadden de afspraak dat we zouden werken volgens ´testament op de langstlevende´. Degene die over zou blijven zou beschikking krijgen over financiën en middelen.

Met de verklaring dat er geen testament is, kan ik dan deel B insturen. Als bijlage die verklaring en dan kan ik de rekening op jouw naam laten zetten. Pas daarna kan ik internet bankieren aanvragen en je zaken op afstand gaan regelen.

De huur is inmiddels opgezegd. Dat mocht ik gewoon helemaal zelf doen. Best raar, want dat had dus iedereen voor je kunnen doen. Om het voor mezelf te verantwoorden had ik al een kopie van je ID kaart mee en de akte van overlijden van de contractant. Maar zonder die papieren was het me ook gelukt.
Water en energie hoef ik niks aan te doen, pas als wij de woning verlaten. Dan geven we de eindstand door en volgt er een eindafrekening.

De telefoonaansluiting wordt 14 april aangesloten op het nieuwe adres. Je bent eindelijk af van die oude draaischijf (T65) en die ietsje nieuwere variant druktoets (T65 TDK). Je hebt een nieuwerwets simpel toestel, een Bordeaux 300.

De TV doet het analoog al vanuit de zorginstelling. Inmiddels kijk je digitaal met een decoder en een smartcard op een LCD TV met 55 cm beeldscherm. Aapjetrots ben je op je nieuwe spullen. Zo vegen we de herinnering aan je vorige leven wel weg.

Ondertussen worstelen wij met een fototoestellen verzameling, een boekenverzameling, de wereld aan onbekende kunst en kitsch. Waar ben ik aan begonnen?!

Het uitruimen op zich is ook een gebed zonder end. Kilo's grofvuil slepen we van de zolder naar beneden. In de tuin slopen we vogelkooien, druivenhokken, opslaghuisjes. Een onvoorstelbaar grote hoeveelheid kabouters, treintjes, treinbaanmateriaal, edelstenen in bewerkte en onbewerkte vorm en natuurlijk het gereedschap om de stenen te bewerken.

Van veel dingen heb ik geen idee wat ik er mee moet. Ik zet het maar in mijn winkeltje en wacht af.

vrijdag 27 maart 2009

De uitdragerij

We zetten je spullen online.

De kilo's tuinkabouters en de kleine frutseltje (beeldjes, plantenbakjes, nepplantjes etc.) laat ik door een rommelmarktmens ophalen.

Alle andere zaken probeer ik online te zetten, om je een zakcentje te bezorgen. En hopen dat dat gaat lukken, anders gaan we over 2 weken met de foto's naar een taxateur. En in het uiterste geval gaat het naar een kringloopwinkel of zo.

Kom eens langs, misschien zie je iets leuks.

Up en down

Mooie nieuwe bril!

We hebben je brillen opgehaald, één voor lezen en één voor kijken. Scheelt echt meters.


Van de oude bril naar de nieuwe bril scheelt kilometers. En niet alleen de zicht die jij ervoor krijgt, maar ook het zicht dat wij er van krijgen.



Ondertussen doen we ons uiterste best om alles onder controle te krijgen.

In de woning komen we nog steeds voedsel tegen dat over datum is. Blik en pot met data variërend van houdbaar tot 1995 tot nog tot 2010 goed. Er ligt zoveel schoonmaak middelen dat je een flink overheidgebouw had kunnen schoonhouden. Maar je eigen woning is er allerbelabberdst aan toe. Er lopen geen kakkerlakken of ander ongedierte maar dat heeft vast meer te maken met het feit dat alles stikt in het stof. Overal ligt een flinke berg stof op of onder. Alles moet eerste met een vochtige doek worden afgenomen, anders dwarrelt het stof maar door.

Je hebt blijkbaar ook een flinke verzamelwoede gekregen. Zaklampjes, leesbrillen, radio's, half Yves Rocher (nooit geopend, keurig gesealed zoals het werd verkocht), sokken, batterijen, koptelefoons in alle vormen en afmetingen,...
Alles is in veelvoud aanwezig.

Maar voor jezelf zorgen deed je ook al een tijd niet. Het gascomfort heeft het zo aan het stof te zien al jaren niet gedaan. Wij krijgen het ding ook niet aan de praat. In de koelkast bewaar je schoonmaakartikelen, had je de helft maar gebruikt..

Boven op zolder staat een werkende vriezer. Het vlees daar is al jaren over de houdbaarheid heen. Vanuit de vriezer haalde je eens in de zoveel tig tijd een stel koelelementen. Die stopte je beneden in een koeltas en op die manier bewaarde je melk. Koffie maakte je met wiener melange poeder en melk dat je op 500W een minuutje in de magnetron opwarmde. Een water koker had je niet. Iedere week haalde je 10 bolletjes met wat jam of een banaan of zo. Dat was je maaltijd.

Naast dat je niet voor jezelf zorgde met eten, deed je dat ook niet met persoonlijke verzorging. Soms haalde je een washandje langs plekken waarvan je dacht dat ze aandacht konden gebruiken en dat was dan vaak alleen onder je oksels en in je gezicht. Hopelijk wel in omgekeerde volgorde. Je hebt een flinke schimmel op je hoofdhuid en zoals we bij de huisarts hebben kunnen zien ook op je voeten. Daar tussenin weet ik niet en dat ga ik denk ik ook maar zo houden. Mag de zorg nu gaan overnemen.

Wassen van je kleding is ook heel lang geleden. Dat is tenminste wat de wasmachine me verteld. Niet dat je geen wasmiddel in huis hebt hoor. Ook dat is er voldoende. Zo zonder zoeken komen er al 5 dozen met tabletten te voorschijn, naast evenzoveel wasverzachter.

De douche zit zo onder stof en kalk dat er eerst een andere doucheslang en douchekop op moet. De grond moet in de antikal en het putje moet worden schoongemaakt. Het toilet in de badkamer is ook al heel lang niet schoongemaakt, net als de wasbak. Hier ben je overduidelijk niet of nauwelijks geweest.

De CV ketel staat tot 0,5 bijgevuld met water en doet het dus praktisch niet. Er is wel pas iemand van onderhoud geweest, maar die was ook zo weg. Logisch. Luchten deed je niet in huis, en mijn vader is in zijn laatste maanden incontinent geweest.. Die man zal wel niet hebben geweten hoe snel hij weg moest zijn.

Beneden in de keuken stond een vriezer die je ook al jaren niet kon gebruiken omdat hij stuk was. Als we die verplaatsen om hem te laten ophalen, vallen de tegels van de muur.

Ik ben blij dat je in de zorgwoning zit. Dat er mensen zijn die op je letten voor drinken en eten, die helpen met verzorging en je kamer helpen schoonhouden.

Maar dan komt het,.. het Centrum indicatiestelling zorg kortweg CIZ aan de lijn.
De plaatsing in de zorgwoning moet geïndiceerd zijn. Maar de huisarts heeft niks verklaard (die zei tegen me dat mijn woord net zo hard was als die van hem). Er is wat de dame van het CIZ betreft geen noodzaak en ze mag wel naar huis terug.

En dat kan niet. Ze kan niet zelfstandig wonen. De woning is opgezegd. Ze heeft die zorgwoning meer dan nodig. Daar kan ze onzin uitkramen en toch nog gezelligheid treffen.

De dame van het CIZ geeft twee criteria waarmee ze de woning nodig zou kunnen hebben:
als ze niet in staat is te alarmeren
als ze niet een dagdeel alleen kan zijn.

En verder zou ze het prima op zichzelf kunnen. Omdat ik flink tegensputter geeft ze me 3 maanden onderzoekstijd. Maar dan moet er wel een verklaring komen van de huisarts. Die mag de geestelijke gezondheidszorg vragen om een co-advies ivm bijv. dementie of hoe je het ook wilt noemen.

En dan begint de strijd dus opnieuw. Leuk. Ik had toch nog niks te doen. Terug naar het zorgcentrum, de coordinator. Hoe kan dit zo en wat doen we eraan om het om te keren. Om te begrijpen was de dame van het CIZ kan en mag stort ik me op de CIZ Indicatiewijzer. 150 pagina's wetgeving. Je wordt er niet vrolijk van. Nu snap ik ook dat er mensen sterven in hun woning, alleen en zonder dat iemand het merkt.

Je woning is opgezegd en dat blijft ook zo. Ik ga je niet opnieuw aan jezelf overleveren. De buren hebben geprobeerd voor je te zorgen. Eén heeft zelfs een sleutel van je voordeur. Maar aan de binnenkant deed je de deur op de klem zodat ze er niet in kon. En als ze aan de deur aanbelden, dan deed je alsof je er niet was. Ze zagen je soms echt wegduiken om niet gezien te worden.

En dat moet ik dan weer in een zelfstandige woning plaatsen? Met een uurtje thuiszorg of zo? Denk ik niet. De strijd is weer begonnen.

maandag 23 maart 2009

werk, werk, werk

Op medisch niveau:

Via de huisarts zijn we begonnen met het rondje ziekenhuis.

We hebben het Bloedlab aan het werk gezet voor evt:
  • bloedarmoede
  • diabetes
  • cholesterol
  • schildklier
en wat ze nog maar meer hadden staan. 7 volle buisjes haalden ze er uit. Er is al zo weinig van je over, hier heb je weer een tijdje aansterken voor nodig.

Daarna hebben we op de afdeling Radiologie een aantal longfoto's gemaakt. Zelfs ik zie dat het niet goed is.

Je moest urine afgeven waarin ze ook vanalles willen zien.

Na de eerste ronde op 12 maart (nooit bedacht dat je zoveel strijd zou moeten leveren om zorg te krijgen) zijn we begonnen met ronde twee; cardiologie.

Gemiddelde wachttijd rond 6 weken tot 3 maanden zegt mijn huisarts. De buuf van mijn moeder meldt hetzelfde. Zelfs haar man moest na een TIA 7 weken wachten.
Nou pech! Zoveel tijd heb ik niet. Het moet nu en anders gisteren!

En dus hebben we de afspraak op 20 maart.
Een hartfilmpje, een inspanningsonderzoek en een consult. Ik schat je op 45 kilo, maar toch haal je er nog 50 uit.

Voor cardio gaan we nog een echografie laten doen en een myocardscintigrafie met dobutamine laten maken, een radioactief onderzoek waarbij met medicijnen de hartspier in actie wordt gezet, zonder dat je longen hoeft in te zetten.
Ik geef aan dat je longen het zeker niet meer zo goed doen, beetje gevalletje COPD in mijn lekenogen..

Dus een peperduur onderzoek. Toch even kijken, alhoewel de arts denkt dat gezien je foto's je longenfyseem de grootste boosdoener is.
En dat is handig, zo'n arts die je kunt inzetten op meerdere velden. Want ik gaf aan dat we al thoraxfoto´s hadden laten maken maar nog geen uitslag hadden vernomen...

Zo'n myo heeft een wachttijd (eg nie) van ruim 3 à 4 maanden. Met spoed kunnen we eind juni terecht. Even sputteren en zielig doen en het hele arsenaal tevoorschijn halen en we hebben de afspraken. Eerst een echo op 7 april. De myo's op 15 en 16 april en het consult op 24 april.

Niks wachttijd!

En terwijl we naar buiten wandelen, bel ik de huisarts. Of we maandag even een afspraak kunnen hebben voor medicatie voor je longemfyseem (meer hierover op http://www.ziekenhuis.nl/index.php?cat=animaties&action=show&movie=217). Tempo!
In eerste instantie kunnen we donderdag de 26e terecht, maar dat is na wat deskundig sputteren (kan ik prima) hebben we de 23e een afspraak.

Vandaag zouden we er dus heen. Bij de huisarts medicatie halen, zo simpel leek het me. Maar een half uur voor onze afspraak belt de assistente. We moeten toch eerst maar naar de longarts.

Zucht.

En daar gaan we weer. Het electronisch dossier is doorgestuurd. Ik kan bellen met de afdeling. Daar leg ik de situatie uit en hoor een eerste datum eind mei. Ik sputter nog wat en we kunnen aanstaande maandag terecht.

Vandaar ook maar even de overgordijnen voor je kamer besteld. Morgen komen ze voor de zekerheid nameten en dan is dat er volgende week vrijdag.

Morgen met je naar de opticiën voor een mooie nieuwe bril. Kijken hoe vlot we dat kunnen doen.

Er moet nog vanalles. Ik bouw een catalogus met foto's op flickr en een blog om de verkoop te begeleiden.

donderdag 19 maart 2009

Nieuw leven, nieuw begin


De afgelopen dagen ben ik druk bezig geweest om te regelen dat je woning bewoonbaar wordt. Dat betekent dat de vloerbedekking die je wilt houden ook schoon moet zijn. En dat je spullen er komen. Ik kan sterk zijn maar een eindje lopen met een bankstel of eiken kastje is toch wat te veel van het goede.


Het senioren bed dat je overneemt moet vanaf een andere locatie komen. Daarvoor zijn we afhankelijk en dat is wat op dit moment de boel ophoudt. Zodra Henkie kan verhuizen, kunnen we verder. Een vandaag kan Henkie. Hij neemt zelf een sjouwhulpje mee. Zijn tante heeft hem vertelt dat dat nodig is. En ik vind het best. Voor twintig euro rijdt hij twee maal vanaf onze locatie en een derde maal vanaf de andere locatie. Geheel zonder problemen worden de spulletjes versleept.


Ik zet ze op de plek. De boel is wat opgeleukt met bloeiende planten (al weet ik zo niet hoe die dingen heten). De Technische Dienst van het huis heeft ondertussen de plafond lamp opgehangen en er zelfs gloeilampen ingedraaid. Al met al is het een leuke plek geworden. Natuurlijk kan er nog van alles. We hebben nog geen passende overgordijnen bijvoorbeeld. Maar aangezien ik dat zelf niet kan maken ben ik ook daar afhankelijk. En ik heb zo even geen atelier die het in een dag kan doen. Drie werkdagen is het snelst.

Als ik je kom halen heb je nog een paar kilo handdoeken, washandjes, etc. gevonden om mee te nemen. We verslepen het op de fiets naar het huis. Je vindt het allemaal razend spannend. Aangekomen in de kamer zie je voor het eerst het beeld dat ik in mijn hoofd had; je nieuwe huis. En nu besef je ook pas dat het echt definitief is. Het is niet een gril of iets tijdelijks. Je wordt echt uitgeplaatst naar een ander huis.

Ik laat je rondkijken en meldt dat ik je hier een paar uur ga achterlaten. Als je slim bent ga je ook even beneden in de algemene ruimte snuffelen. Ik vertrek en zie je wat overdonderd achterblijven.

Een paar uur later meld ik me weer. Je hebt met je nieuwe TV en je digitale ontvanger gespeeld. Trots meldt je dat je de EPG, teletekst en de Radio hebt gevonden. Je hebt je weg gevonden. Volgende week koop ik je ook maar een dvd speler en van huis neem ik wel wat dvd’s mee (Earth zal het wel goed doen denk ik, tekenfilms ook wel).

Je volhardt in je wens om deze nacht in de oude woning door te brengen. Meedogenloos meld ik je dat je vanaf morgen niet meer daar kunt slapen. Dan neem ik de woning over. Ook gaan we niet stukje bij beetje je hele verzameling overbrengen naar het huis. Je hebt kilo’s van alles gekocht (sokken, t-shirts, sloffen, huispakken). Maar ook onzinnige dingen. En die ga je nu achterlaten.

Dat zal nog wel moeilijk worden, maar komt tijd komt raad. Vanaf morgen is je huis van mij. En ik ga ruimen, serieus ruimen. We beginnen met de tapijttegels die er al sinds 1982 liggen… En hopen dat me dat bijstaat in mijn allergische reactie.. We zullen zien. Voorlopig is er nog genoeg kluif om tanden in te zetten.

dinsdag 17 maart 2009

Ashes to ashes


Om 11.00 uur wordt mijn moeder met haar vriendin opgehaald. De rouwwagen met daarin de kist met mijn vader rijdt bij haar voor de deur. Daarachter de volgauto waarin zij zullen worden vervoerd. Zo heeft ze nog steun in deze moeilijke, laatste gang. Ze zal mijn vader nog een laatste maal volgen op zijn weg.

Ondertussen gaan wij met zijn zessen op pad. We hebben besloten de weg te lopen. 

Ruim op tijd komen we bij het crematorium aan. De ontvangstruimtes zijn al ingericht en de baar wacht op de kist. De muziek staat al geprogrammeerd in de computer die aan de wand hangt. De uitvaartleidster zal de speech voorlezen. Het condoleanceregister ligt maagdelijk schoon te wachten op de aanwezigen. Wie zullen nog komen?

De kleine stoet arriveert op de parkeerplaats. De rouwauto verdwijnt achter het gebouw zodat de kist op de baar kan worden geplaatst. De uitvaartleidster leidt de volgauto stapvoets naar de entree. Een klein breekbaar mensje stapt uit.

Er blijken gelukkig nog wel wat mensen te zijn. Het is warm om te zien dat een aantal buren en oud collega’s van mijn vader zijn gekomen. Om mijn moeder bij te staan op deze dag.

Als vogelliefhebber stond hij bekend dus we beginnen met een toepasselijk nummer van ‘Sweet people’. Dan Ramses Shaffy met ‘Laat me’. Niet vanwege de dranklust, maar vanwege de levenshouding die erin beschreven wordt. De uitvaartleidster leest tussen de nummers door de speech voor. Bij het laatste nummer, zo voorspelbaar van Andrea Bocelli en Sarah Brightman – Time to say goodbye, worden de  aanwezigen verzocht om staand afscheid te nemen. De kist verdwijnt naar achteren. De overige aanwezigen hebben het tot hier nog wel droog kunnen houden. Bij het opengaan van het gordijn en het langzaam verdwijnen van de kist begin ik toch maar wat tissues weg te geven. Overal zie ik wateroogjes om het verdriet dat ze mijn moeder zien hebben.

Aan het eind van het nummer is de kist verreden. Het gordijn sluit en ik zie de uitvaartleidster een traantje wegpikken. Je zou verwachten dat zij er minder last van moet hebben, maar niets is minder waar. Ik dacht tijdens de speech al gehoord te hebben dat haar stem brak..

In de condoleance kamer ontpopt zich een sterkere versie van mijn moeder. Ze stapt van groepje naar groepje om mensen te bedanken voor hun aanwezigheid. Ik zie zo hier en daar een roker naar buiten vluchten. Voor het gebouw tref ik een aantal rokers aan die allemaal een schuldig gezicht trekken als ze me zien aankomen. Even twijfel ik of ik een sigaret zal bietsen, maar dat gevoel is snel over.

Na een poosje besluiten we dat het mooi is geweest. De cake en koekjes komen toch niet op, dus we besluiten te vertrekken. We krijgen een nazorgmap mee. Het boeket op de kist is gefotografeerd en vanuit het boeket zijn een aantal bloemen in twee kokers gezet. Die kokers krijgt mijn moeder mee. De volgauto wordt voorgereden en mijn moeder stapt met haar vriendin in de auto. De overige aanwezigen vertrekken en wij gaan weer lopen. Een stuk stiller dan op de heenweg.

Ik loop naar haar huis, de rest gaat naar onze tijdelijke verblijfplaats. Nog even samenzijn, inschatten of ik haar alleen kan laten voor een deel van de dag. Later die dag kan ik nog wel weer langs, maar ik heb even de rust in mijn hoofd nodig. Morgen is het weer druk met afspraken, maar voor vandaag is het klaar.

Ashes to ashes, dust to dust.
Nu begint mijn moeders leven.

zondag 15 maart 2009

De eerste keer


Sinds het overlijden van mijn vader is er een hoop gebeurt.
De zorginstelling waar mijn moeder gaat wonen heeft een feestweek. Misschien kunnen we een kijkje nemen in de kamer waar mijn moeder komt te wonen. Misschien verzet het de zinnen een beetje. Misschien…

We gaan naar het huis toe. Onderweg blijkt al hoe spannend het allemaal is. De ademhaling wordt weer moeizaam en we moeten vaak stoppen. Als we er zijn zien we de drukte in de gemeenschapsruimte. En aangezien ik niks heb gezegd over een feest, verbazen we ons erover dat het zo gezellig klinkt. We zoeken een stoel en een kop koffie. Als niet-bewoner mag ik 2,50 euro afrekenen voor de feestmiddag. Als ik vertel dat mijn moeder vanaf dinsdag een woonruimte in het huis heeft, krijgt zij alvast een bewoners-behandeling. De feestmiddag is voor haar gratis.

Een slecht zingende amateur zingt vanaf een standaard een aantal liedjes uit vroegere tijden. Zodra hij bij zijn briefjes uit de buurt is merk je dat; dan is hij de tekst helemaal kwijt. Veel bewoners kennen zijn tekst beter dan hij zelf. Toch heeft iedereen het naar de zin en wordt er uit volle borst meegezongen. Zo hier en daar dansen mensen alleen of samen met een medebewoner.

Een vitale dame komt met de rollator aangelopen. Ze draait de stoel met het zicht naar de zanger en komt naast mijn moeder zitten. Onhandig in sociale contact weet mijn moeder zo niet wat te doen of te zeggen. Maar de vitale dame weet het prima. Als 8 jaar woont ze nu in het huis en met haar 98 jaar is ze nog verbazend pienter. Zij voert het gesprek wel. Belangstellend vraagt ze honderduit, condoleert mijn moeder met haar verlies en wijst haar op de voordelen van dit huis. Zo enorm gewild is dit huis, dat er lange wachttijden zijn voor een woonruimte. En dus vraagt ze hoelang mijn moeder heeft moeten wachten. “Twee dagen” antwoordt mijn moeder en kijkt vragend naar mij. “Of was het drie?”.

De dame kijkt verbaasd en feliciteert haar. “Een lot uit de loterij mevrouw”, zegt ze. “Dan heb je echt veel geluk gehad. De kamer is voorzien van toilet en doucheruimte, kitchenette, kastruimte, koelkast, aansluiting voor televisie en telefoon. Een plaats hier is heel gewild.” Mijn moeder is nog aan het bekomen van de tornado die over haar heen is gegaan de laatste dagen. Het volledige besef is er nog steeds niet.

We mogen in haar kamer kijken hoe het er gemeubileerd uitziet. Want we mochten in de nu uitgeruimde kamer kijken. Die lijkt nu groot en klein tegelijk. En we konden ons geen beeld maken van wat er wel of niet inpast. De kamer van mevrouw B. is warm en gezellig ingericht. Het geeft een prima beeld van wat kan en past. Het contact is prima en samen gaan ze ook even bij de buurvrouw van mevrouw B. binnenkijken. Samen besluiten ze dat die kamer minder warm en gezellig is.

We blijven nog wat hangen. Ik denk dat het allemaal heel goed voor mijn moeder gaat zijn. Die gaat haar draai hier vinden. Ze kijkt al uit naar de activiteiten in het huis. En, nog leuker, ze maakt plannen voor de inrichting van haar eigen kamer. Voor het eerst maak je je eigen keuzes. Dat kastje en dat gordijntje en en en… Voor het eerst in 45 jaar kies jij.

zaterdag 14 maart 2009

The Final Curtain


Op 9 maart 2009 besluit je om 20.45 uur toch te vertrekken. Je overlijden is gewenst maar toch onverwacht. Door een combinatie van het ontbreken van eigen vervoer, slechte taxi service, zeer slechte conditie van je voormalig partner en jouw eigen timing, missen we je verscheiden op een haar.

Misschien is het ook wel beter zo. De vorige persoon die ik al stikkend zag overlijden staat me nog vlijmscherp op het netvlies. Wat dat betreft is het een zegen dat we dat niet meer meemaken.

Het verpleeghuis verbreekt de wirwar van gevoelens door rationele vragen. Wilt u dat wij uw vader afleggen of moet de uitvaartondernemer dat gaan doen? Welke kleding wilt u hem in hebben? Moet hij daarna in de koeling tot morgenvroeg of komen ze hem vandaag nog halen?

De schouwarts komt een uurtje later om de dood officieel vast te stellen. Hij wil weten of we nog vragen hebben.. Ik probeer te bedenken welke vragen mijn moeder nog kan hebben. Tenslotte zal het voor haar het moeilijkst zijn. Maar in mijn onschuld kan ik geen vragen bedenken. Mijn moeder zit er wat verloren bij en lijkt nog kleiner dan ze al was. Nog breekbaarder. Nog afhankelijker.

Ik bel de verzekering en meld het overlijden. De uitvaartleidster zal binnen een kwartier terugbellen om afspraken te maken. Verbeeld ik het me of hebben alle mensen in dit werkveld een volume en tonatie die hoort bij het vak?

We spreken af dat je inderdaad in de koeling mag toch morgenochtend.  Mijn moeder mag na het afleggen nog afscheid nemen, maar kan daar emotioneel gezien de ruimte niet voor vinden. We besluiten een taxi naar huis te nemen. We praten, huilen, lachen en herinneren ons het leven zoals het was toen alles nog goed was. Het lijkt je te helpen om deze gebeurtenis een plek te geven.

De uitvaartleidster komt de volgende morgen op het afgesproken moment aan huis. In de papieren chaos die ik de afgelopen paar dagen heb doorgeworsteld ben ik maar 1800 euro aan uitvaartdekking tegengekomen. We zullen al snel richting 5500 euro gaan dus ik ben blij met wat reserve op de bank.

Er komt een boel bij kijken. Een kist heb je in veel soorten. Een robuust eiken kist zal ook flink lang branden. We kunnen ook kiezen voor degelijk spaanplaat in fraaie vormgeving. Mooi grafwerk eroverheen en het lijkt al weer heel wat.

Wil je de aula gebruiken, koffie/thee met cake/koek en gebruik condoleanceruimte na afloop? Welke muziek, hoeveel auto’s. Welk protocol? Hebben we een speech, willen we die zelf doen of laten we die doen?
Welk kaartje, welk lettertype, welke tekst, welke papiersoort, welke enveloppe. Na de kist en de bloemen raken we wat in paniek. Natuurlijk stelt ze ons gerust. Het gaat prima zover.

De kaarten zullen vanmiddag voor de buslichting worden bezorgd. De enveloppen laat ze alvast achter zodat we kunnen schrijven. Ik hoop voor haar dat iedereen die we aanschrijven ook het fatsoen heeft om een kaartje terug te sturen. Dat zal het verwerkingsproces alleen maar goed doen.

We krijgen een offerte en nog een kilo ander papier. En dan verdwijnt ze weer. Voldaan na een anderhalf uur adviseren, troosten en noteren. Als in een roes gaan we de enveloppen schrijven. Naar wie stuur je een kaart? De afgelopen jaren zijn steeds meer mensen om jullie heen overleden. Wie is nog over? Daarnaast ben je de laatste anderhalf jaar blijkbaar nogal een lastpak geweest. We komen toch nog tot een redelijk aantal en leggen de enveloppen opzij.

Rond 1700 uur komt de man van de drukkerij met de kaarten. Hij biedt aan om te helpen met vullen en postzegels plakken. Ook zal hij de rouwmap ter verzending aanbieden bij TNT. ‘Hij komt er met de auto toch langs, en aangezien wij geen eigen vervoer hebben…’ Wat een pro actieve service verlening toch dezer dagen.

Met een flinke kop koffie in de hand begint het regelen. En ik weet dat ik daar nog een fikse kluif aan ga hebben.

donderdag 5 maart 2009

(bijna) Fin


Het is zover, je bent ingeslapen. De morfine heeft de pijn verdreven,… voor altijd. Eindelijk heb je de rust.

Een leven als plantje heb je nooit gewild. Daarvoor ging ik naar je toe, om de stekker eruit te trekken. En als altijd liet je me de kans niet. Je was me voor. Midden in de nacht,.. met niemand erbij. De arts luistert en voelt. Geen pols, geen hartslag, geen niks. Hij verklaart je dood. Je vrouw wordt gebeld. Ze had het bericht verwacht en laat het me weten. Ondanks alles toch wel schrikken.

En dan, geheel tegen alle verwachtingen in. Je gaat weer ademen. De arts weet van gekkigheid niet wat hij moet zeggen om een excuus aan te bieden. Heel zelden gebeurt dit blijkbaar.

Nu wachten we opnieuw af. Wachten om te kijken of je er nog bent als ik vrijdagavond daar kom. Of dat je er toch weer tussenuit knijpt.

woensdag 4 maart 2009

Het eind is in zicht


Vroeger was je sterk. Jij was de man in huis. Jij wist precies wat je wilde.

Als één van de eersten had je een euthanasie verklaring opgesteld. Jij wilde niet als kasplantje leven. Dan maar liever de lucht in om maar een uitspraak te pakken. Je vertelde het terloops, zo onder het toetje. Mocht het zover komen dat je geen menswaardig bestaan meer had, dan hoefde we er niet over na te denken. Stekker eruit en hupsakee.

Nu zijn we dan daar aangekomen. Stikkend van de pijn sukkelde je al een maand of 2, 3 door. Je kwam al nergens meer, maar wilde eigenwijs genoeg nog wel in de slaapkamer op de verdieping slapen. Terwijl je je in huis al niet meer kon redden. Met een stok en alles wat je als steun kon vinden sleurde je je van de voorkant van de woonkamer naar de achterkant van de woonkamer. Van een dokter wilde je in december al niet horen. Jij ging tenslotte nooit naar de huisarts.

Eén keer weet ik dat je daar niet onderuit kwam; nierstenen. Toen moest de dokter komen. Die sterke man lag te kronkelen op de grond van de pijn. Ook nu kwam je er niet meer onderuit. Morfine is wat de pijn dragelijk kon houden.

Maar inmiddels is er zoveel morfine nodig dat je niet meer aanspreekbaar bent. Het eind is in zicht.

Mijn moeder heeft het uitgesteld. Bang als ze is om voor het eerst in haar leven alleen achter te blijven. Vandaag heeft ze gebeld. ‘Het gaat niet zo goed’ zegt ze dan. Eigenlijk vraagt ze me om een beslissing te nemen. En dat gaan we dan ook maar doen. Zaterdag. Eerst nog even 2 dagen training geven. Het maakt nu toch niet meer uit.

Als hij maar op me wacht. En niet stiekem alsnog voor me uit de pijp aan Maarten geeft, de eeuwige jachtvelden opzoekt en zo. Dat hij het aan het eind toch allemaal zelf nog regelt, zonder mijn hulp.

We zullen het zien, .. zaterdag. Hopen dat we het kunnen plannen. Hopen dat het beeld van de man die hij is geworden nog wat klopt. Hopen… op wat eigenlijk?

maandag 2 maart 2009

Hormonale waarnemingen


Nogmaals een bericht van de zeer gewaardeerde schrijvende kennis

Over een paar weken begint de lente echt. Hormonen krijgen de hele natuur in hun greep. Leeuwerikjes, bijtjes en wat er verder ook leeft, proberen zich krampachtig voor te doen als de meest geschikte kandidaat partner in de wijde omtrek. Hoewel de uitingsvorm verschillend is per soort, is de vertaling van al het baltsgedrag altijd grofweg “ik ben de grootste, de mooiste en de dikste”.

Balts gedrag is bij mensen niet seizoensgebonden. Anders gezegd we zijn altijd onderworpen aan  hormonen. Zoals een wijs iemand ooit zei: “jongetjes zijn jongetjes, en meisjes zijn meisjes, zeker als je ze bij elkaar zet.”. In mijn werkomgeving is dat mooi te zien. Zelfs enigszins gestrest, maar dat zijn vaak de beste voorbeelden. Gestrest omdat het minimaal vijf op één is. Vijf jongetjes op hooguit één meisje. Een meisje hoeft niet erg mooi, erg aardig of op een andere manier erg opvallend te zijn om balts gedrag te triggeren bij, in ieder geval enkele van, de mannelijke collega´s. Twee x chromosomen zijn ruim voldoende.

Balts gedrag heb je in verschillende stadia. Jongetje ziet meisje voor het eerst. Je hoort de initiële scan zowat starten met eenzelfde soort zoemtoon als een kopieer apparaat of scanner. <scan> haar, gezicht, borsten, middel, bekken, benen <scan gepauzeerd> en voor de zekerheid weer terug. </scan>. Soms hoor je ook een soort van  <bzz><klik><bzz><klik><bzz> alsof de scan blijft haken. Dat is een gedeelte van de gescande, waar de scanner extra interesse voor heeft. Die hele eerste scan draait inderdaad puur op uiterlijk Karakter is nog onbelangrijk.

Geen flauw idee of vrouwen het ook doen, maar mannen hebben de neiging om de uitkomsten van de initiële scan te vergelijken. Zal wel, want waar praten vrouwen anders zo lang over als ze, groepsgewijs,  “naar het toilet gaan” in de kroeg. Het taalgebruik tijdens de evaluatie is afhankelijk van de cultuur. Toen ik nog bij slagers in de buurt was, werden de technische delen openlijk, met naam, toenaam en een verbijsterend aantal bijnamen, vergeleken met gemeenschappelijk bekende dames, en de norm maten in centimeters. Borsten: 95; middel: 80; heupen: 90; lengte:175; IQ: niet interessant. Bij mijn huidige werkgever is het taalgebruik amper minder specifiek, en inhoudelijk hetzelfde. Ook mannen in een relatie evalueren, en dus scanden, mee. In ieder geval als de eigen partner niet in de buurt is. Ergens verbazend is het dat het taalgebruik niet gerelateerd is aan leeftijd, of aan al of niet in relatie. De schijnbare leeftijd tijdens evaluaties is altijd dezelfde. Zestien. Hooguit.

Daarna wordt het onderwerp van de scan nog enige tijd verholen geobserveerd om het gedrag te beoordelen. Stadium twee. Als de beoordeelde doorheeft dat er op haar gelet wordt, zie je dat. Buik in borsten vooruit, kijk mij eens, ik doe op een charmante manier of ik echt niet door heb dat ik geobserveerd wordt, en dit zijn mijn sterke punten. Ik neem zonder meer aan dat vrouwen eenzelfde soort scan uitvoeren bij mannen die ze voor het eerst zien en dat mannen ook, buik in borst vooruit, zich laten bekijken. Voor zover ik heb kunnen waarnemen wordt de “ik word gescanned” houding ook vaak aangenomen als de gescande amper belangstelling heeft bij latere stadia van het balts gedrag. Misschien willen mensen gewoon graag gezien worden als een aantrekkelijke partner in spe. De vragen na de scan op gedrag zijn: kan ik hier wat mee, wil ik er wat mee en, eventueel, is er een reële kans. Er zijn genoeg mensen die zelfs een gokje willen wagen op een te hopeloze mogelijkheid waar ze in de praktijk weinig mee kunnen en eigenlijk ook niets mee willen. Wat te hopeloos is, is een definitie kwestie.

Het volgende stadium is de toenadering. Bij ons betekend dat eigenlijk altijd dat het jongetje naar het meisje toegaat met een min of meer doorzichtig excuus. De voor toenaderaar en toegenaderde leukste uitkomst, in eerste instantie in ieder geval, is natuurlijk een afspraakje. Hooguit interessant voor de waarnemer. Minder leuk om te zien is een toenaderings poging die tactisch wordt afgewimpeld. Zielig is het als de toenaderaar niet doorheeft dat hij of zij afgewezen is. Zeker als het herhaaldelijk gebeurd. Plaatsvervangende schaamte bij de toeschouwer. De laatste mogelijke uitkomst is voor de toeschouwer, op een semi perverse manier, het leukst. Soms zie je, met een soort van, eventueel door voorkennis verkregen, welhaast perverse voorpret, een toenaderings poging die je zelf als zwaar kansloos inschaalt, inderdaad op de verwachtte en gehoopte manier aflopen. De toenaderaar wordt afgeschoten en druipt af. Going down in flames.

Hormonen: bron van angst, vreugde, teleurstelling en of kijkplezier, afhankelijk van uitkomst en de rol die je op dat moment hebt.