zondag 11 juli 2010

de tuin

Als alles klaar is dan kunnen we misschien een start maken met de tuin. Anders dan in huis kunnen we daar veel doen zonder geld uit te moeten geven. Overal door de tuin staan planten. Denk aan coniferen, levensboom, maar ook een sering en kardinaalsmutsen en planten waarvan ik de naam niet ken.

Al jaren staan ze raar door de tuin. Het idee is om ze als een borderrand te plaatsen en allerlei tegelvloeren en vloertjes te verwijderen. De plek waar we kunnen zitten is niet echt egaal en er liggen verschillende soorten stenen. We hebben de tegels liggen om een grotere plaats te maken om te zitten. Er liggen drie grote bielzen en die kunnen dan als lijst tussen de border en het grasveld komen. Want in het centrum komt dan een grasveld.

Nu is in mijn wijk de grond voornamelijk leem en dat is zowel droog als nat niet leuk. Een schop hebben we niet meer en een graafmachine kan er niet komen. Bovendien, als ik de bestaande beplanting grotendeels behoudt dan is de tuin ook aangekleed om het maar zo te noemen.

Op een avond kom ik naar huis. Hij ziet er doodop uit, maar dat kan niet van het afwerken van de benedenverdieping zijn (geen materiaal). Het huishouden is niet dusdanig intensief. De slaapkamer is af. De trap moet je met een machine behandelen. Daar wordt je ook niet zo moe van. Dan biecht hij onderweg op. Hij is met de tuin bezig geweest. Hij heeft daar veel werk verzet.

Ik kan me er niks bij voorstellen. Zonder schop kun je daar niks.

Maar ik had buiten een zaag en een heggeschaar gerekend. Hij heeft het grootste deel van de beplanting om zeep geholpen. Achterin op de stenen ligt een hoge hoop planten die dood zijn of snel zullen zijn. Het voelt als massamoord. Overal in de tuin steken stronken en stammen omhoog. Nog duidelijker is te zien hoeveel hoogte verschil er is op de bodem. Alle stenen liggen overal en nergens nog te wachten.

Ik ben hels. Dit vergeef ik hem niet snel. Op dit moment stuur ik hem boos naar bed omdat ik anders heel heel heel boos ga reageren. En dan breek ik hem op zijn enkels af. Ik denk zelfs meer dan dat. Ik hoef hem even niet te zien.

De volgende ochtend zegt hij sorry en wil knuffelen. Maar zover ben ik nog niet, nog lang niet. Als hij me verwijt wel lang boos te willen zijn spring ik finaal uit mijn vel. Ik vertrek uit huis en smijt de deur achter me dicht. Dit gaat even duren…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten