zaterdag 13 december 2008

Illusies verdwijnen


Bij thuiskomst tref je de deur geforceerd.
Als je naar huis wilt fietsen blijkt te fiets van eigenaar gewisseld.
Bij de kassa wil je pinnen, maar je pas zit niet meer in je tas; je portemonnee ook niet.

Kleine ergernissen, grote gevolgen.

Naast het verlies van dat wat nu niet meer van jou is, komt nu een periode waarin je geoefend wordt in het beheersen van je woede.

"Nu pas?", zul je denken. Het antwoord is helaas een volmondig Ja. Nu gaat het beginnen...

Je eerste actie is vaak het een ander vertellen. Je partner, buurman of -vrouw, een kennis of zomaar iemand die kijkt om te zien wat je is overkomen.

En dan komt het.
Dé reactie.

"Oh, dat gebeurt zo vaak hier in de buurt"
"Is ook logisch met zo'n slot"
"Dat krijg je als je een tas opzij/op je rug draagt

Vol goede moed bel je de politie. Je vertelt wat er is gebeurt. Natuurlijk verzoeken ze je om langs te komen om aangifte te doen.
En dat komt goed uit, dat was je ook van plan.

De volgende dag, onderweg naar werk, ga je langs bij het bureau dat op je weg ligt. Je stapt naar binnen en geeft aan dat je aangifte wilt doen van een misdrijf.

Maar dan komt het. Je mag hier geen aangifte doen. Dat moet je doen op het bureau dicht bij je woonadres. Of juist op het bureau waar de plaats van het misdrijf onder valt. In ieder geval sta jij nu bij de verkeerde balie en is het einde verhaal.
Stoom komt langzaam uit je oren, maar de balie agent is al met iets anders bezig.

Briezend stap je naar buiten en dendert door de straat. Hoe komen ze er op? Tijdens het marcheren bedenk je dat er ook een andere kant van het verhaal is. Natuurlijk is het logisch dat je geen aangifte kunt doen op het andere kantoor. Er is immers geen communicatienetwerk tussen de aparte bureautjes. En natuurlijk pakken ze de boef op bij dat andere bureau. Dus ga je opgebeurd op weg naar het kantoor van je aangifte.

Je stapt naar binnen, knikt begrijpend naar de koffiedrinkende agenten op de achtergrond en meld je bij de balie. Je geeft aan dat je aangifte wilt doen van een misdrijf.
De balie agent knikt begrijpend. Toch weet hij je stemming direct weer op een historisch minpunt te brengen. Aangifte mag je doen nadat je een afspraak hebt gemaakt. De type-agent is er blijkbaar niet. Bladerend in de agenda in de computer (wauw) komt hij tot een afspraak die overmorgenmiddag tijdens je werktijd kan plaatsvinden.
Je probeert nog te overleggen ("dan ben ik aan het werk, kan het buiten mijn werktijd om?". Maar het blijkt dat de type-agent dezelfde werktijd heeft als jij.

Zelfs van de rijmpiet was er vroeger meer dan één. Maar deze type-agent is enig in zijn of haar soort.

Helaas wordt je door je verzekering gedwongen om je te onderwerpen aan dit verschijnsel (geen aangifte bij de politie betekent ook geen aangifte bij de verzekering en dus geen vergoeding).

De dag van de aangifte snap je volledig hoe machteloze woede voelt. De met slechts één type vinger uitgeruste type agent is de volle anderhalf uur bezig om te verwoorden waar wat is gebeurt. Nadat je berustend een handtekening hebt gezet onder het papier dat je verzekering graag wil ontvangen, wacht je nog een klein kwartier op de kopie. Dan verlaat je het pand, volledig van al je verwachtingen ontdaan.

Dit is niet waar de misdaad oplossende agent werkt.

Gelukkig betaalt de verzekering een bedrag uit waar je een tweedehands wat je ook maar kwijt was van kunt kopen. En blijf je achter met een verhaal extra om te vertellen aan de visite en een illusie minder om te koesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten