woensdag 23 december 2009

Reizen tijdens de ijstijd

Vanaf maandag heel vroeg monitoren we het transport. Waar ontstaan de knelpunten en welk plan past bij dat plaatje. We hebben Nederland in sectoren ingedeeld en voor ieder deel bedacht wat de mogelijkheden zijn.

Er ligt in onze wijk een giga hoeveelheid sneeuw, onverstoord, te wachten op de wielen van onze koffers. Na overleg besluiten we de eerste horde via een taxi te overbruggen. We overleggen met de taxicentrale en komen tot een overeenkomst. We wordt om kwart voor tien opgehaald.

De eerste bestemming is Zwolle. Geheel volgens planning komen we daar ook aan. De omroeper verzoekt ons allemaal naar huis te gaan en vooral niet te reizen. We lopen volgens hem de kans onderweg te stranden.

We hadden bedacht Utrecht te omzeilen, maar een wissel werkt niet mee. Blijkbaar zijn alle wissels al ingesteld in een bepaalde richting want deze wil geen andere kant meer op. We moeten dus toch via Utrecht als we nog ergens willen komen. Alle treinen rijden als stoptrein dus we zien een mooi stukje Nederland voorbij glijden.

Via Amersfoort en Utrecht vervolgen we de reis. Als verpakt vee verzuchten we ons geluk in de eerste klas. Een gigakoffer tussen mijn knieƫn en die van mijn buurman. In de vrije beenruimte naast de koffer staat een andere koffer en een grote reistas gestapeld. Ook daar past eigenlijk niet veel mensen. Het spreekt de aanwezige reizigers niet aan en dat is voor een plek in de eerste klas aan de raamkant toch bijzonder. Zeker als het gangpad compleet vol staat. Ondertussen prikt een laptoptas in mijn rug alsof hij wel aan de raamkant wil zitten.

Aan de andere kant van het gangpad is nog een set bankjes. Daar zit de rest van ons gezelschap. Een hond, koffer, twee mensen en ook daar een laptoptas zit verborgen in een veel te klein tweepersoonsplekje. Het is een mooie nieuwe trein en we reizen eerste klas, maar qua comfort merk je er helemaal niks van. De kofferruimte is zeer beperkt; boven het hoofd is geen bagagerek meer. Tussen de zitbanken is een kleine overkapping waar een kleine koffer kan staan. Die van ons passen er niet meer. Bovendien is die ruimte beperkt en onze koffer is toch wat te groot.

We mogen verder naar Tilburg zegt de omroepmeneer. Massaal ploeteren we over met sneeuw bedekte perrons en door gigantische mensenmassa’s die besluiteloos lijken te wachten op een wonder. Na wat handen-, voeten- maar voornamelijk ellebogenwerk vinden we ook hier een plek. Volgens de omroepborden onze laatste trein.

We kabbelen voorbij de leukste plaatsjes totdat we bij Den Bosch gaan aankomen. Daar roept de conducteur om dat we niet verder gaan en dat we massaal de trein mogen verlaten. Graag wel met medenemen van onze bagage. Die heeft onze verzameling ook gezien.

Op zoek naar de volgende trein. Omdat bekend is gemaakt dat ongeveer een kwart van de treinen in gebruik is, hebben we een kennis via de telefoon gevraagd op de planner van de NS te kijken waar we naar toe moeten.

Zo langzamerhand zijn we het zat aan het worden. We zijn flink wat gewend als doorgewinterde treinreizigers, maar dit slaat ook voor ons alles.

Totaal verkleumd komen we aan in Tilburg. Op pad naar de eerste van twee bussen. We reizen naar Hilvarenbeek. Daar staat op het Vrijthof een Brabantse variant van het glazen huis. In afwachting van onze aansluiting die over niet al te lange tijd zou moeten komen luisteren we naar een lokale gedoofde ster die volslagen valszingend over de speakers klinkt. Uit mededogen voor onze oren zetten de omroepers de boxen een tandje lager. Waarvoor onze hartelijke dank.

Het is stikkekoud en op het plein gaan we van de bushalte naar de vuurkorven en terug. Na een half uur komen we tot het besef dat onze bus niet meer langs komt. De laatste hebben we gemist. Via inlichtingennummers bellen we met onwillige taxibedrijven. Uit pure luiheid bel ik het park met het verzoek een taxi voor me te regelen die ons van het Vrijthof naar het park wil brengen. Na een kwartier belt ze met de gelukbrengende boodschap dat een taxibus onderweg is.

Hij brengt ons op het park zover de bus kan komen. Het is hopen dat we een beetje in de buurt van de receptie zijn ondergebracht. Zo te zien is er hier geen sneeuwschuiver geweest en ligt alle sneeuw nog op de verbindingswegen.

De receptie sluit haar deuren terwijl wij er naar toe lopen. Via een zijdeur gaan we naar binnen en halen de sleutels op. Het valt inderdaad mee, zo ver weg zitten we niet. Maar iedere meter is een aanslag op de wielen van de koffers. Onze voeten zijn zo stijf bevroren dat we ons afvragen hoe we die ooit weer goed gaan krijgen. En als onze voeten als zo voelen, hoe moet het dan met de voeten van ons hondje zijn? Die heeft in haar vacht een meter pekel en een kilo blubber. Haar pootjes moeten nog erger zeer doen dan die van ons.

Veel en veel te laat komen we in het huisje aan. Onze planning zonder sneeuw was drie uur aankomen. Het werd uiteindelijk pas na zes uur dat we binnenkwamen.

Gelukkig wordt in dit park al veel gedaan. Er staan al wat basis boodschapjes op ons te wachten. De bedden zijn opgemaakt en de inrichting is geweldig. We gaan eens nadenken wat we moeten eten, wat zou er nog open en bereikbaar zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten