woensdag 22 april 2009

Mooi weer

Nogmaals een bericht van de zeer gewaardeerde schrijvende kennis
Definieer mooi weer. Een stralende zon aan een strak blauwe hemel, temperatuur boven de 30 graden, terrasjes, vogeltjes, bijtjes, associaties met tropische eilanden, palmbomen, hangmatten en cocktails in kokosnoten met rietjes en parasolletjes. Voor velen zal dat ongeveer de definitie zijn. Wat mij betreft zou je een strak blauwe lucht met een temperatuur boven de 30 alleen normaal moeten vinden als je een toeareg bent, of inderdaad vrijwillig in Polynesië verblijft.

Als de temperatuur boven de 25 komt begin ik aan alle kanten te lekken. Ook als ik niets doe. Zweten betekent, vooral sinds ik kalend ben, dat het zweet me in de ogen loopt en m’n bril me van m’n neus af drijft. Dat je minder kleren aan kunt doen, zie ik niet echt als voordeel. Zowat ieder kledingstuk dat ik normaal aan heb, heeft zakken. Dat is expres. In de meeste zakken zitten attributen die ik om de een of andere reden altijd bij me wil, of moet, hebben. Minder kleren betekend minder zakken, betekend dat ik spullen moet weglaten of overplaatsen. Geen van beide een acceptabele optie. Eigenlijk, als ik moet kiezen tussen een dag met een temperatuur van een 15 / 20 graden en een dag met 25+, andere omstandigheden hetzelfde, geef ik de voorkeur aan de eerste optie. Hitte is niets voor deze kaaskop. Net zoals kaas begin ik dan te zweten en te stinken.

De voorkeur voor minder heet weer heeft ook te maken met m’n standaard dagbesteding. Als ik niet op het werk ben, zit ik thuis een boekje te lezen, naar de tv te kijken of ben met m’n computers aan het spelen. Zonder ingrijpende wijziging zou ik alleen dat eerste op m’n balkon kunnen doen. Stoeltje op het balkon, tafeltje erbij voor drinken en eventuele snoeperij, luidsprekers voor de muziek en 6 vierkante meter horregaas om te zorgen dat de geleedpotigen van mij, m’n snoepgoed en m’n drinken af blijven. Definieer niet ingrijpend. De glasplaten om te zorgen dat de wind de bladzijden niet om gaat slaan, zouden ergens ook wel handig zijn, maar dan kan ik echt beter gewoon in m’n stoel in de kamer blijven zitten. Ergens een fijn plan, doe ik.

Eigenlijk heb ik geen idee wat andere mensen met mooi weer doen. In de tuin of op het balkon zitten, amechtig hijgend aan de airco hangen, of door de stad flaneren zijn een aantal dingen die ik zo voor de vuist weg kan verzinnen. Het flaneren ben ik verleerd sinds ik lopend forens. Ik loop behoorlijk door. Bij warm weer is het resultaat voorspelbaar. Collega’s willen me ook nog wel eens verwonderd aankijken als ik compleet doorweekt aankom. Ze willen eigenlijk niet geloven dat je zo nat kunt worden van het lopen. Als ik bij uitzondering met andere mensen ergens loop, moet ik constant aan m’n tempo denken. Zo niet, dan hoor ik op een gegeven moment iemand amechtig naast me hijgen, of dat ik alleen loop. Mocht je me ooit op een warme dag kwijtraken, kun je me waarschijnlijk het snelst terug vinden door de zweetdruppels op het trottoir te volgen.

Op de Grote Markt op een terras, ben ik vrij vlot uitgekeken op de aapjes. Ook als het aapjes in korte rokjes en strakke t-shirtjes zijn. Etalages kijken is nooit iets voor mij geweest. Zonder iets dat ik als activiteit zie, kan ik maar met moeite ergens blijven zitten. Binnen 10 minuten begin ik me dan te vervelen. Zonnen op het strand is niet alleen daarom niets voor mij, maar ook vanwege het vervellen. Weliswaar niet binnen 10 minuten, maar veel langer dan een uur moet het niet duren. Misschien zou ik me niet zo snel vervelen als ik mee kon luisteren met het een of ander gesprek, maar het gemiddelde gesprek op een terras is, voor zover ik meegemaakt heb, niet interessant. Liever zit ik dan met een paar vrienden te praten. Niet dat dat voor meeluisteraars interessant is, maar voor mij, en ik hoop voor die vrienden, wel. Vanwege dat vervelen mocht ik ook graag zeilen. Bij mooi weer zie je het landschap langzaam aan je voorbij trekken, je zit rustig te kwebbelen, in te smeren met factor tig zonnebrand en je moet af en toe ook nog wat doen. Bij ander mooi weer, ben je druk bezig met het roer, de zeilen en andere boten. Bij slecht weer zorg je dat je ergens anders bent, bijvoorbeeld daar waar je het woord café in spiegelschrift op het raam kunt lezen.

In deze tijd van het jaar kun je voor lastige beslissingen komen te staan. Stel, je staat op het punt om naar buiten te gaan, maar je merkt dat het een beetje regent. Het is buiten 20 graden of warmer. Wat doe je om droog te blijven? Binnenblijven is het enige goede antwoord. Naar buiten gaan zonder regenkleding betekend dat je nat wordt van de regen, hul je je in plastic, dan zweet je je te pletter. In beide gevallen wordt je dus nat en dat is niet prettig. Nat van regen betekend vaak dat je koud wordt, iets wat ik ten kostte van een boel probeer te vermijden. Nat zijn van het zweet geeft me een nog plakkeriger gevoel dan nat zijn van regen.

Het voordeel van nat worden van zweet is wel dat je in liften en dergelijke meer ruimte krijgt. Niet iedereen is zo verstandig om bij warm weer met regen binnen te blijven. Sommigen zullen ook wel ergens naar toe moeten, en soms begint de regen zo snel dat je doornat bent voordat je de dichtstbijzijnde overdekte plaats hebt kunnen bereiken. Dan merk je dat dun wit textiel weliswaar leuk staat als de zon schijnt, maar in natte toestand er weinig kleur overblijft...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten